Oude granen en pseudogranen
Alle plantjes beginnen als een zaadje. Graszaad (met dunne blaadjes) wordt graan genoemd. Er zijn in totaal negen verschillende graansoorten: teff, sorghum, gierst, rijst, mais, haver, gerst, rogge en tarwe.
Sommigen beweren dat amarant, boekweit en quinoa ook graansoorten zijn, maar dat klopt niet, want het zijn pseudogranen. Dat zijn planten waarvan de zaden over het algemeen op dezelfde manier als graan gebruikt worden, maar die niet tot de grassenfamilie behoren.
Enkel eenkoorn, emmer, khorasan en wilde rogge mogen trouwens oude graansoorten (of oergranen) genoemd worden. Dit komt omdat zij voortkomen uit de familie van grassen (graminoïds), waardoor zij de wettige genetische stamvormen zijn van alle huidige granen.