Een lekker stuk brood? Smaakt altijd! Niet alleen bij ons, maar over de hele wereld. Wordt elk brood gemaakt zoals je favoriete Waldkorn®? Uiteraard niet. Want brood is zoals de natuur. Het ziet er overal ter wereld net een beetje anders uit. In deze blog ontdek je vijf typische broodsoorten uit verschillende landen. Klaar voor een reisje rond de wereld?
In de volksmond “Turks brood”. Dit is een lang, plat brood dat toch luchtig is. Net zoals ons traditionele brood bevat het bloem, gist en water. Alleen wordt het op een hogere temperatuur gebakken, wat een heel dunne korst oplevert. Je eet dit brood best de dag zelf op, want de dunne korst verliest ook snel zijn knapperigheid. Probeer dit lekkere Turkse brood met hummus of combineer met gerookte kip, pesto en rucola!
Dé typisch Britse lekkernij. Deze zoete broodjes komen oorspronkelijk uit Schotland, maar vandaag vind je ze over heel Groot-Brittannië (en ver daarbuiten). Ze worden gemaakt met bloem, boter, melk, gist en soms wat extra suiker. Scones smaken fantastisch met heel wat types beleg, maar ze zijn het populairst met confituur en een stevige toef opgeklopte room. Zo worden ze ook geserveerd bij een echte Britse ‘afternoon tea’. Cheers!
Dit platte Italiaanse brood ken je ongetwijfeld. De basisingrediënten zijn bloem (met een hoog glutengehalte), olie, water, suiker, zout en gist. Het deeg lijkt daardoor een beetje op pizza, maar het is dikker en bevat extra kruiden of toppings. In zijn meest eenvoudige vorm wordt een focaccia op smaak gebracht met Italiaanse kruiden, maar op vlak van toppings kan je er echt alle kanten mee uit. Olijven, rode ui, parmezaan of salami: laat je gaan!
Een brood in bolletjesformaat … en met een kaassmaakje. Klinkt hemels? Dat is het ook! Deze kleine gebakken deegbolletjes zijn afkomstig uit de Braziliaanse deelstaat Minas Gerais. Knapperig vanbuiten en heerlijk romig vanbinnen. De basis bestaat uit tapiocameel, ei, olie en melk. Lekker als hapje tussendoor of bij een heerlijke aperitief.
Dit typisch Iers brood wordt gemaakt met baksoda in plaats van gist. Ierse tarwe rijst namelijk niet goed met gewone gist. Om het deeg toch luchtigheid te geven tijdens het bakken, wordt er karnemelk (of yoghurt) aan de bereiding toegevoegd. Door de reactie met de baksoda ontstaat er koolzuur, waardoor het deeg gaat rijzen. Bovendien neutraliseert de karnemelk of yoghurt de smaak van de baksoda. Het brood smaakt zonder gist iets vlakker, dus kies je best voor beleg dat goed doorsmaakt, zoals oude kaas.
